Wettelijke verdeling
In het wettelijk erfrecht is jouw echtgenoot goed beschermd tegen de aanspraken van jouw eventuele kinderen. Jouw kinderen moeten vrijwel altijd wachten op hun deel van de erfenis totdat ook jouw echtgenoot is overleden. Hun erfdeel wordt een vordering op jouw echtgenoot. Die vordering kunnen zij niet opeisen zolang jouw echtgenoot leeft, behalve wanneer deze failliet zou gaan of zou komen te overlijden.
In het kort
Wij nodigen u uit om via deze website gemakkelijk en vrijblijvend een offerte aan te vragen. Wij zullen u dan zo spoedig mogelijk een antwoord sturen.
1. Wettelijke regeling
Voorwaarde voor deze regeling is uiteraard dat jullie getrouwd waren op het moment van overlijden en ten minste één kind wordt achtergelaten. De echtgenoot wordt eigenaar van al de bezittingen en moet al de schulden betalen. De kinderen hoeven niet voor deze schulden op te draaien. Het grote voordeel voor de echtgenoot is dat hij of zij vrij kan beschikken over het hele vermogen en ongestoord verder kan leven. Met andere woorden, hij of zij blijft goed verzorgd achter.
2. Erfdeel van de kinderen
Over de vordering die de kinderen op de echtgenoot hebben wordt een rentepercentage berekend. De rente wordt jaarlijks aan de vordering toegevoegd. Mocht er – bij normaal ongestoord verder leven van de echtgenoot – bij diens overlijden minder vermogen zijn dan de gezamenlijke vordering van de kinderen, dan erven de kinderen uiteindelijk minder dan wat zij op grond van hun vordering verwacht hadden. Zij kunnen de echtgenoot tijdens diens leven niet dwingen om hun vordering te bewaren. De echtgenoot mag deze opmaken.
3. Afwijken van de wet
Je kunt met een testament deze wettelijke verdeling opzij zetten of aanpassen. Bijvoorbeeld door het rentepercentage van de vordering te verhogen, of de vordering opeisbaar te maken in het geval de echtgenoot hertrouwt of in een verzorgingshuis terecht komt. Een kind onterven, of juist – als jullie beiden kinderen uit eerdere relaties hebben – eigen kinderen en stiefkinderen gelijk behandelen.
Als de echtgenoot de wettelijke verdeling niet wil, dan kan ook hij of zij die opzij zetten. Dat moet binnen drie maanden na het overlijden worden vastgelegd in een notariële akte.
Bovenstaande geldt eveneens voor een geregistreerd partner.